Biologisch Medisch Centrum
Arts
Paul van Meerendonk
Biologisch Medisch Centrum |
Stikstofoxide (NO)3 Pall Pall’s visie op multisysteemziekten Pall maakt in zijn boek aannemelijk dat het hele proces dat ten grondslag ligt aan de multisysteemziekten start bij een verhoogde productie van stikstofoxide (NO).3 Een dergelijke verhoging is het startpunt van de vicieuze stikstofoxide/peroxynitriet-cyclus (zie figuur 1). De cyclus omvat, naast NO, ook superoxide en peroxynitriet (beide vrije radicalen), een reeks van andere elementen zoals genoemd NF-kB, oxidatieve schade, vijf inflammatoire cytokines, de drie verschillende vormen van stikstofoxide-synthase (iNOS, nNOS en eNOS) en twee neurologische receptoren (vanilloïde-receptor en NMDA-receptor). De pijlen in figuur 1 vormen een serie van potentiële routes waarbij de verschillende elementen elkaar voortdurend kunnen stimuleren. Een voorbeeld. NO kan het peroxynitriet verhogen, wat weer bijdraagt aan de oxidatieve stress. Dit kan het NF-kB stimuleren, wat kan leiden tot een grotere productie van iNOS en dit resulteert weer in meer stikstofoxide. Deze route vormt op zich één potentiële vicieuze cirkel. Zo zijn er nog meer routes, die samen een veel grotere vicieuze cirkel creëren. Het grote probleem is dat er een ‘upregulatie’ plaatsheeft, ofwel een voortdurende toename van activiteit die resulteert in verergering van het proces. De uitdaging bij de multisysteemziekten bestaat er volgens Pall daarom uit om dit patroon van voortdurende stimulering te temperen. Dat Pall de gemeenschappelijke biochemische respons op kortdurende stressoren liet beginnen bij een toename van NO, zette hem weer op het spoor van peroxynitriet (ONOO-), een sterke oxidant die veel schade kan aanrichten in het lichaam. Een infectie met het XMRV-retrovirus kan, indien de omstandigheden – lees: verzwakking – het toelaten, resulteren in een sterk verhoogde productie van inflammatoire cytokinen die het stikstofoxidesynthase (iNOS) induceren. En dit enzym maakt op zijn beurt een grote hoeveelheid NO vrij, dat weer een reactie aangaat met het zuurstofradicaal superoxide om ONOO- te vormen. Peroxynitriet laat via verschillende biochemische wegen de hoeveelheid NO en superoxide verder toenemen, zodat nog meer peroxynitriet wordt gevormd. Deze upregulatie is een vicieuze cirkel die garant staat voor chroniciteit en verergering van de symptomatiek. Andere kortdurende stressoren werken niet via iNOS, maar via andere vormen van stikstofoxidesynthase (nNOS/eNOS). Zo kunnen fysiek trauma, psychologische stress en bepaalde vormen van chemische blootstelling de NMDA-activiteit verhogen, wat leidt tot meer nNOS en mogelijk eNOS. De gemeenschappelijke factor is dus de toename van NO en niet de specifieke vorm van stikstofoxidesynthase. Recent onderzoek ondersteunt de visie van Pall, waarin werd aangetoond dat in patiënten met MCS drie elementen van de stikstofoxide/peroxynitriet-cyclus waren verhoogd, te weten NO, de cytokinen en de oxidatieve stress.8 De eerste twee elementen waren nog niet eerder bij MCS aangetoond. Sleutelrol voor vitamine B12 Eén van de belangrijkste onderdelen van Myhill’s therapie is vitamine B12 in hoge dosering. Zij ziet daardoor bij haar patiënten over het algemeen een opmerkelijke verbetering. Pall stelt dat vitamine B12 NO effectief wegvangt.3 Omdat NO het startpunt is van zijn vicieuze stikstofoxide/peroxynitriet-cyclus, kan deze vitamine op deze manier de cyclus downreguleren. Deze eigenschap is niet gerelateerd aan de vitamine B12-spiegel. Er hoeft geen sprake te zijn van een vitamine B12- deficiëntie om gebruik te maken van deze eigenschap. Artsen met veel ervaring geven erg hoge doses, van wel 10 mg vitamine B12, als hydroxocobalamine.
|